5 tips om een zittend beroep dynamisch te houden
Dat veel zitten tijdens je werk niet bevorderlijk is voor je gezondheid, is inmiddels wel duidelijk. Werknemers met een zittend beroep hebben een hoger risico op diabetes en hart- en vaatziekten, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Bovendien ontkomen zelfs mensen die regelmatig sporten niet aan de effecten van al dat zitten. Het devies voor mensen met veel zittend werk: ook overdag op het werk meer bewegen.
Zet passende hulpmiddelen in Bied werknemers een alternatief voor de weinig dynamische bureaustoel.
Met deskbikes, zit-stabureaus, zitballen, loop- en kniestoelen kunnen medewerkers hun bureauwerk combineren met bewegen. Ook de smartchair een bureaustoel die een signaal geeft als je verkeerd erop zit wordt steeds populairder. Wel worden deze alternatieven vooral gebruikt als iemand al klachten heeft. Voor preventiedoeleinden worden ze nog maar weinig ingezet. En dat terwijl deze hulpmiddelen klachten echt kunnen voorkomen. Een kanttekening is wel dat hulpmiddelen waarbij je werkt en tegelijkertijd beweegt zoals een deskbike of een loopband invloed hebben op de concentratie. Typen of met een muis werken gaat gewoon minder snel als je aan het lopen of fietsen bent. En omgekeerd geldt: als je geconcentreerd zit te werken, dan stop je automatisch met bewegen.
Reik praktische instrumenten aan.
Er zijn ook andere manieren om werknemers met een zittend beroep te stimuleren meer te bewegen. Lunchwandelen is bijvoorbeeld een laagdrempelige manier om even uit de bureaustoel te komen. Ook vergaderen kan makkelijk staand. Vergader bijvoorbeeld eens bij de koffieautomaat of zet een statafel neer in een van de vergaderruimtes. Medewerkers kunnen ook de trap nemen in plaats van de lift, een collega even opzoeken als ze iets willen bespreken in plaats van een mailtje te sturen of te bellen of naar de wc gaan op een andere verdieping. Zo komen ze toch in beweging. Nog een tip: gooi terwijl je op de koffie staat te wachten meteen even je rug en schouders los. Zo strek je niet alleen de benen, maar help je ook RSI te voorkomen. Als je het druk hebt, voelt het misschien raar om op een andere verdieping naar het toilet te gaan. Maar feit is ook dat frisse lucht en beweging goed zijn voor de hersenen. Een werknemer die tussendoor even beweegt, is daarna gewoon productiever. Dus die paar minuten die het kost om de trap te nemen, halen medewerkers uiteindelijk gewoon weer in.
Werk aan gedragsverandering Uiteraard staat of valt de effectiviteit van hulpmiddelen met het blijvende gebruik ervan.
Na een paar maanden vervallen medewerkers vaak weer in hun oude patronen. En staat het mooie, nieuwe bureau bijvoorbeeld alleen nog maar in de zitstand. Zelfs aan de signalen van een stoel die gaat trillen als je in de verkeerde houding zit, kun je wennen. Geef daarom niet aan iedereen een zit-stabureau, smartchair of zitbal, maar bied al die verschillende hulpmiddelen als flexplek aan. Zo kunnen medewerkers rouleren en afwisselend staan, zitten en bewegen. Afhankelijk van wat past bij de taak die ze op dat moment uitvoeren. Belangrijk is wel dat managers inzetten op gedragsverandering. Medewerkers die klachten hebben, zullen de aangeboden hulpmiddelen waarschijnlijk wel trouw blijven gebruiken. Maar als je geen klachten hebt, is die intrinsieke motivatie toch minder aanwezig. Je blijft dus hameren op het gebruik van hulpmiddelen en geef hierbij ook als manager het goede voorbeeld.
Geef periodieke trainingen
Je wilt echt bij werknemers tussen de oren krijgen dat zittend werk ongezond is. Managers kunnen bijvoorbeeld periodiek trainingen (laten) verzorgen om teams en afdelingen bewust te maken van de effecten van veel zitten op hun gezondheid. Daarbij leg je ook de nadruk op wat medewerkers zelf kunnen doen om de risico’s te beperken. Ik gebruik zelf altijd het 5w-model bij zulke trainingen. Daarbij gaat het om de was van: – werktaken (variatie is heel belangrijk), – werktijden (door overwerk te beperken, zit je minder), – werkdruk (als je het druk hebt, ga je niet even een rondje lopen), – werkplek (die moet ook op orde zijn) en – werkgedrag (niet de hele dag verkrampt op je stoel zitten). Het belang van een optimale werkplekinstelling mag je overigens niet uitvlakken. Want ook dat is belangrijk als je veel zittend werk doet.
Zet eigen ergocoaches in
Ook de inzet van ergocoaches kan helpen bij het bereiken van gedragsverandering. Ergocoaches zijn medewerkers die hun collega’s coachen om een goede werkhouding aan te nemen. Zo zorg je dat dynamisch werken bij zittende beroepen beklijft. Een ergocoach is dus niet iemand van buitenaf, maar een eigen medewerker die als aanspreekpunt fungeert voor de hele afdeling. Collega’s kunnen er bijvoorbeeld terecht als ze vragen hebben over het gebruik van hun zit-stabureau of last hebben van schouderklachten. Daarnaast moet een ergocoach proactief handelen. Ziet hij dat collega’s altijd de lift nemen in plaats van de trap, hun zitbal niet meer gebruiken of de signalen van hun smartchair negeren, dan zal hij hen hierop aanspreken. Uiteraard moet een werkgever wel kosten maken als hij ergocoaches wil inzetten. De betreffende medewerkers volgen bijvoorbeeld een cursus. Maar die investering betaalt zich uiteindelijk dubbel en dwars terug. Je investeert immers in preventie: medewerkers ervaren minder klachten en vallen veel minder snel uit.